Algemeen:
Je toont altijd respect voor je medespelers, je leiders en trainers, voor je tegenstander, de scheidsrechter en het materiaal dat je gebruikt.
Gewoon doen dus!
Sport en roken verdragen zich niet; daarom is roken tijdens alle jeugdactiviteiten uit den boze.
Trainen:
1. Als je een keer niet kunt trainen meld je je uiterlijk 1 uur voor de training af bij de trainer. Afmelden
doe je zelf via de telefoon of laat je doen door je ouders.
2. Bij aankomst op de training zet je je tas in het kleedlokaal en je gaat naar het trainingsveld. Daar begin
je vast met een rondo.
3. Tijdens de training hoeft niemand naar de WC; je gaat vooraf, of naderhand.
4. Zorg dat je tussen de 10 en 5 minuten vóór aanvang van de training op het veld staat.
5. Ook bij trainingen zijn scheenbeschermers verplicht.
6. Tijdens de wintertijd (eind oktober tot eind maart) begint iedereen de training in trainingspak.
7. Als de trainer praat, zijn de spelers stil en luisteren
8. Op een training neem je een actieve houding aan; dus geen handen in de zakken en niet op de grond
of op de bal gaan zitten.
9. Na de evaluatie van de training helpt iedereen met het opruimen van de spullen. Daarna gaat iedereen
douchen.
10. De voetbalschoenen worden buiten zuiver gemaakt op de borstels bij de ingang van de kleedlokalen.
11. De kleedlokalen worden opgeruimd achter gelaten.
Wedstrijd:
1. Als je een keer niet mee kunt naar een wedstrijd, meld je je uiterlijk 1 week van tevoren af bij
de leider.
Als je ziek bent geef je dat zo snel mogelijk door. Afmelden doe je zelf of laat je doen door je ouders.
2. Als je te laat komt, begin je als reserve.
3. In het kleedlokaal komen alleen spelers en leiders
(met uitzondering van de mini’s en de F-jeugd).
4. Bij een uitwedstrijd kom je op gewone schoenen naar het sportpark zodat je niet met je voetbalschoenen in andermans auto zit.
5. Als de leider praat, zijn de spelers stil en luisteren.
6. Je zorgt dat je tenue in orde is.
Tijdens de wintertijd doe je de warming-up in je trainingspak.
7. Na het omkleden ga je samen als team naar buiten en begin je aan de warming-up.
8. Voor de wedstrijd geef je de tegenstander een hand en wenst hem een prettige wedstrijd.
9. De reservespelers zitten tijdens de wedstrijd in de dug-out, of zijn in de omgeving van de leider. In de
dug-out zitten alleen reservespelers en leiders.
10. Tijdens de wedstrijd is de scheidsrechter de baas.
11. Je volgt onder de wedstrijd de aanwijzingen van de leiders (en niet die van het publiek).
12. Na de wedstrijd geef je de tegenstander en de scheidsrechter een hand. Daarna gaat iedereen
douchen.
13. De voetbalschoenen worden buiten zuiver gemaakt op de borstels bij de ingang van de kleedlokalen.
14. De kleedlokalen worden opgeruimd achter gelaten. Ook dat van de tegenstander!